We denken iemand te zijn op basis van wat ons geleerd is en op basis van onze geschiedenis. Je hebt een naam gekregen en in de opvoeding allerlei boodschappen over jezelf en het leven meegekregen. Maar net zomin als een kaart van Nederland niet Nederland is, is een kaart over jezelf en je leven niet wie jij werkelijk bent en wat het leven werkelijk is.

Wat als wij, net als in het sprookje, een lelijk eendje zijn, maar eigenlijk zijn we zwaan?

We identificeren onszelf steeds weer met wie we geworden zijn op basis van deze verhalen, wie we denken te zijn. Dit zou je ‘eendschap’ kunnen noemen. Het lelijke eendje denkt dat het een eendje is, maar is het niet! Het eendschap brengt altijd een gevoel van niet goed genoeg zijn, weinig eigenwaarde en afgescheidenheid met zich mee. En vanuit daar gaat het eendje op zoek naar wie hij werkelijk is, net als wij:

We zoeken naar onszelf, naar verbinding, naar geluk, naar liefde, naar vrijheid, naar rust, verlichting, meer eigenwaarde, etcetera. Hoeveel moois dit ook geeft en hoeveel we er ook door leren, het constante zoeken brengt ons op een bepaalde manier ook bij onszelf vandaan. 

Het eendje kan immers geen zwaan worden, hoezeer hij zijn best ook doet. Hij is al zwaan! Dit is zijn grootste ontdekking, hij wilde zwaan worden terwijl hij dat al was. Zo willen wij bijvoorbeeld heel graag vrij zijn terwijl we, als we goed kijken, kunnen ontdekken dat we altijd al vrij waren.

De niet-herkende Boeddha

Binnen Zijn & Worden werk ik met de zijnsgeoriënteerde methode van de niet-herkende Boeddha. Het vertrekpunt is dat we in onze ware aard al de Boeddha zijn, ongeacht of we dit voelen, zien of ervaren. De Boeddha is hierbij het symbool voor onze ware essentie die volkomen vrij, gelukkig, compleet en stralend van zichzelf is.

Het bijzondere van deze techniek van de niet-herkende Boeddha is dat je gaat ontdekken dat waar je werkelijk naar zoekt pal voor je neus voor het oprapen ligt. Zolang je maar weet hoe je moet kijken. Johan Cruijff zei: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt”.

Het gaat over de gevoelens waar we normaal gesproken een verwerpende houding naar aannemen. Het is deze houding die ons nog verder doet verkrampen. In deze gevoelens en kramp ligt echter een enorme rijkdom aan kwaliteiten en eigenheid. We noemen dit ook wel Zijnskwaliteiten of Boeddha-kwaliteiten. Deze Zijnskwaliteiten zijn echter gestold geraakt en worden daardoor niet meer herkend. Net zoals je bij ijs de stromende kwaliteit van water niet meer herkent.

Zwaanschap

Als je ijs laat smelten, komt de stromende aard van water weer tevoorschijn. Zo werken we met je  zogenaamde onwenselijke gevoelens en krampen; je herkent ze eerst als iets wat gestold is geraakt. Vervolgens kun je die stolling laten smelten.

Dit kan alleen als je de kramp met eerbied en respect tegemoet treedt. Het is altijd weer prachtig en ontroerend als mensen hun diepste krampen op deze geweldloze manier, en zonder aan zichzelf te sleutelen, weten te bevrijden.

Nadat we dit gedaan hebben ontdekken we nog iets. We gaan onze al vrije aard en onze stralende grootsheid herkennen als iets wat er altijd is! Net zoals de zon altijd schijnt.
Zo ontdek je dat het zoeken een armoede beweging is. Je gaat immers weg bij hoe het al is. Als Boeddha zie je dat waar je naar zoekt al helemaal compleet aanwezig is en zo nemen we plaats in de rijkdom van Zijn waar we niets voor hoeven te doen. We hoeven het slechts te herkennen en er aan te wennen!

Hier lees je de langere versie van dit bijzondere sprookje:

Het lelijke eendje

Op de een of andere raadselachtige manier is een zwanenei terechtgekomen in een eendennest. Het lelijke eendje dat uit dit ei komt kan lang niet zo goed kwaken als de andere eendjes; bovendien beweegt het zich heel anders en is zijn lichaam onhandig groot. Het wordt ongenadig geplaagd door zijn mede-eendjes: “hij is te groot en te vreemd. En daarom moet hij gepest worden.”

Het lelijke eendje wordt zo wreed behandeld dat het wegvlucht. Het zwerft rond en komt verschillende dieren tegen, die er soms wel aardig voor zijn, maar het onveranderlijk als een mislukte uitgave van hun eigen soort beschouwen: een lelijke gans, een ondankbare kip, enzovoort. Zo trekt het eendje alleen verder en op een avond ziet het een groep prachtige mooie vogels, zó mooi als het nog nooit gezien heeft. Het raakt in extase van de schoonheid van de vogels, het weet niet wat voor een vogels het zijn, maar toch hield hij van ze, zoals hij nog nooit van iemand gehouden had.

Het eendje wordt in eenzaamheid volwassen en komt dan nog een keer een groepje zwanen tegen. Het eendje herkent de vogels en krijgt een wonderlijk droevig gevoel. “Ik wil naar die koninklijke vogels toe, ze zullen me wel doodbijten om mijn lelijkheid, maar dat heb ik liever dan nog langer al die wreedheden mee te moeten meemaken.” Het eendje zwemt naar de zwanen toe, die er met hun veren omhoog op afkomen. “Maak me maar dood”, zegt het lelijke eendje en buigt in afwachting van zijn dood zijn kop naar het water. Ineens ziet het in het heldere water zijn spiegelbeeld. In een schok herkent hij zichzelf: hij is zelf ook een schitterende, sierlijke zwaan.

De zwanen strelen hem met hun snavel. “Het eendje was overgelukkig, maar niet trots, omdat een goed hart geen trots kent.” 

Ik plaats regelmatig artikelen. Klik hier voor het overzicht van artikelen. 

Of bezoek mijn YouTube kanaal voor inspirerende video’s. 

Michael