Lijden en vrijheid lijken op het eerste gezicht twee totaal verschillende dingen te zijn. Lijden in de vorm van onvrijheid of ongelukkig zijn is het tegenovergestelde van gelukkig en vrij zijn. Toch hebben ze meer met elkaar te maken dan je zou denken. Je zou kunnen zeggen dat deze tegengestelden bij elkaar horen. In dit artikel leg ik hun samenhang uit en pleit ik ervoor om lijden als een wezenlijk onderdeel te zien van onze menselijke natuur: lijden is de ingang naar ware vrijheid en geluk. 

 

Verschillende visies op lijden 

Het lijkt me voor de hand liggen dat niemand graag lijdt, op enkele liefhebbers na wellicht. We zouden eerder zeggen dat we liever vrij en gelukkig willen zijn, dan dat we willen lijden.

Als je naar de tendens in onze maatschappij kijkt dan zie je dat we op allerlei manieren lijden willen oplossen, ontwijken of zelfs geheel willen uitbannen. We kunnen ons verzekeren tegen schade en financiële stroppen zodat ze ons lijden verlichten. De medische wetenschap is erop gericht om elk ongemak te verlichten, te voorkomen of op te lossen. Ook het onderwerp ‘de dood’ wordt makkelijk vermeden. Er is momenteel zelfs een campagne op de radio en tv die dit onderwerp meer bespreekbaar moeten maken. Veel mensen met lijden worden weggehouden uit de maatschappij, denk aan verpleeg- en verzorgingstehuizen. Persoonlijk zitten we al snel in allerlei verbeter- en verandertrajecten om een gelukkig en vrij leven te kunnen leiden, en lijden past daar niet in.

Binnen het christendom en ook binnen het boeddhisme speelt het aspect van lijden een belangrijke rol. In mijn interpretatie van de verhalen uit de bijbel spiegelde Jezus ons de mogelijkheid om ons lijden toe te staan en zo de weg vrij te maken voor geluk en vrijheid.

Boeddha ging nog een stap verder en stelde: ‘het leven is lijden’. Hij sprak over onwetendheid als de wortel van lijden: de identificatie met het idee dat je een ik bent, een zelf, dat je iets bent, iemand bent. In het sanskriet wordt dat dukkha genoemd: stress, pijn, onbevredigende ervaringen, ongemak, oftewel lijden. Het gaat over de notie dat ongemak en pijn onlosmakelijk verbonden zijn aan het leven, wat weer een gevolg is van het vasthouden van – of identificatie met – een zelf

Primair en secundair lijden

Ik onderscheid twee soorten lijden. De eerste heeft te maken met het simpele gegeven dat je leeft en daarom een natuurlijke overlevingsdrang hebt. Vroeg of laat krijgt ieder levend wezen te maken met ziekte, verval, pech, ouderdom, de dood en soms ook geweld. Hier is niet veel aan te doen. Ik noem dit primair lijden. Er is ook een secundair lijden. Andere termen zijn ook wel neurotisch lijden of het Grote lijden. Dit is het lijden dat we zelf creëren door onze houding naar lijden. 

Die houding kan zich uiten op twee manieren. Ten eerste hebben we een reflexmatige afweer en verzet tegen lijden, tegen pijn en onszelf ongelukkig of onvrij voelen. Dit verzet creëert lading en spanning die we toevoegen aan het primaire lijden. Dit doen we dus zelf. 

We verzetten ons niet alleen tegen primair lijden maar ook tegen het lijden dat we vrezen. Hoe logisch de vrees en het verzet tegen lijden ook mag zijn, het veroorzaakt meer lijden: bijvoorbeeld piekeren, spanning, kramp, angsten en obsessies. Het is als vast zitten in drijfzand: hoe meer we spartelen, hoe meer we wegzakken. 

Tegelijk hebben we een grijpende, zoekende houding naar alles wat we vast willen houden of waar we meer van willen. We willen van alles veranderen, oplossen, verbeteren en we doen van alles om ons niet slecht te voelen. Hoe logisch ook deze aspecten zijn, ook dit is uiteindelijk verzet tegen de natuurlijke gang van zaken. Verzet tegen lijden. Hieronder zit de angst om los te laten, je over te geven omdat we bang zijn onszelf en alles wat we denken te bezitten kwijt zullen raken. Of wie we denken te zijn. Beide houdingen zijn het gevolg van onwetendheid: dat we onszelf identificeren met een solide ik

Hierbij wel vooropgezet: ik vind het niet meer dan logisch en humaan dat we – waar het kan – we dingen doen die lijden verlichten. Als je bijvoorbeeld pijn hebt of slecht slaapt en er is een medicijn dat helpt, dan kun je die gewoon nemen. Zoals gezegd is dat iets heel natuurlijks. Maar ik wijs hier naar iets anders. 

Niet willen lijden

Ieder mens verlangt naar geluk, naar vrijheid, naar verbondenheid, naar eigenheid, naar liefde. Op welke manier dan ook, iedereen zoekt naar vrijheid en geluk om lijden te voorkomen of op te lossen vanuit zijn eigen context. Het kan vanuit een spirituele of religieuze context zijn, een maatschappelijke of sociale context, enzovoorts. Zelfs in de dierenwereld zie je dit terug. Dit is een natuurlijk en universeel gegeven. Het is volgens mij heel logisch te stellen dat er lijden is en dat we een weg uit het lijden zoeken. Ieder mens en elk levend wezen verlangt er dus naar om niet te lijden. 

Er is dus lijden en er is het verlangen om niet te lijden 

Er is dus lijden en er is het verlangen dat lijden stopt zodat we vrij en gelukkig kunnen zijn. Als je dat als uitgangspunt neemt is het wel belangrijk dat je goed onderzoekt wat dan de weg uit de gevangenis van lijden is. 

Wat ook de oorzaken of redenen van lijden mogen zijn, als we goed kijken kunnen we denk ik allemaal onder ogen zien dat lijden een menselijke conditie is waaraan we niet kunnen ontsnappen. Sterker nog: elke poging om te ontsnappen aan lijden leidt tot meer en dieper lijden, is de uitkomst van mijn eigen zoektocht. Zoals in het voorbeeld van het drijfzand. 

De sleutel uit de gevangenis van lijden 

De sleutel ligt mijns inziens in het gegeven dat we niet om lijden heen kunnen. We zullen ons lijden helemaal onder ogen moeten zien, volledig moeten toelaten, volledig moeten accepteren. Zo kunnen we een compleet andere houding naar lijden ontwikkelen die ons daartoe in staat stelt. Een houding die lijden als basis neemt, als uitgangspunt.

Er is geen weg om lijden heen. We kunnen zien dat dit een gegeven is en we kunnen dit gegeven helemaal toestaan. Zo verdringen we lijden niet maar zien we het onder ogen, gewoon zoals het is. Misschien merk je wat het doet als je lijden zo benadert.  

Hier heb ik het over ons eigen lijden, maar ook het lijden van de ander, het lijden van de wereld. We nemen lijden op ons en we beschouwen lijden als onze metgezel op de reis die we maken. Wat mij betreft doen we dit niet alleen voor onszelf maar voor het hele veld van de schepping, voor alle levende wezens. Want we bevinden ons op dit punt allemaal in dezelfde situatie! 

Lijden als uitgangspunt voor vrijheid en geluk 

Als we lijden toestaan zoals het is, dan pas kunnen we dieper gaan kijken naar de oorzaken van lijden. Er ontstaat ruimte om er mee te kunnen werken. Dat is uitdrukkelijk iets anders dan er aan werken. 

In de Jaartraining Zijnsgeoriënteerd werken met verstorende emoties die ik jaarlijks geef, leren mensen om niet reactief te zijn, om zich niet te laten bepalen door de houdingen van onwetendheid (angst), de grijpbeweging (hechting en hebzucht) en door verzet (aversie en boosheid). Dit zijn kort gezegd de houdingen die ik eerder al noemde. 

Het uitgangspunt van de training is om een houding van compassie te ontwikkelen. Ware compassie – niet te verwarren met medelijden – gaat over hoe je kunt leren werken met pijn en lijden, waardoor je de diepe wijsheid kunt ontdekken door de inherente ruimte die ontstaat als je niet reactief bent. Lijden beschouw je niet als vijand maar als gids. Op zijn Engels gezegd: going from surviving, to living, to loving

Ik heb zelf in mijn leven ontdekt welke enorme potentie er in zit wanneer je lijden als uitgangspunt voor vrijheid en geluk neemt. Dat motiveert mij om deze training te geven. Ik zie ook dat studenten die zich dit eigen maken zeer gelukkig en vrij zijn binnen de context van lijden. Het werken met lijden is de sleutel naar vrijheid en geluk. 

Vrijheid en lijden als uitgangspunt 

Toch is binnen Zijn & Worden lijden niet het uitgangspunt. Het eerste uitgangspunt is de realisatie dat je al heel en vrij bent. In dit besef ligt een inherent geluk en een inherent welbevinden. Dit is niet iets waar je naar streeft maar als vanzelf aanwezig is als we leren niet reactief zijn. Dan opent zich de helderheid en openheid van ons wezen met daarin inherente vrijheid, geluk, liefde en wijsheid. 

Zo werken we op twee manieren met onze situatie. Namelijk dat onze essentie al vrij is. We nemen onze oorspronkelijke vrijheid als uitgangspunt. Tegelijk staan we toe dat lijden in onze huidige conditie een gegeven is en staan dit toe. 

Je zou kunnen zeggen dat vrijheid en lijden broer en zus zijn. Ze zijn niet elkaars tegenstelling maar eerder complementair. Door ons lijden onder ogen te zien opent de deur naar de altijd aanwezige vrijheid van ons wezen zich. Niet door te streven, maar door te ontspannen!  

Op het Zijnsgeoriënteerde pad ontwikkelen we een houding die ons in staat stelt ons te verhouden met dit gegeven. We kunnen zelfs ontdekken dat ook ons lijden al vrij en heel is. Dit werkelijk zien is een uiterst vreugdevol gegeven. Dat is toch een bijzondere ontdekking dat juist in lijden de sleutels van vrijheid, vreugde en geluk te vinden zijn! 

Heel simpel gesteld: als je lijden doorziet en er niet vanaf wilt ben je het snelst van lijden verlost. Als lijden volledig wordt toegestaan kan ook de wijsheid van jouw wezen, de liefde van jouw wezen, jouw Zijnsaard, jouw Boeddhaschap zich volledig manifesteren. Daarom is lijden het pad van vrijheid en waar geluk. 

Als je dit artikel interessant vindt, dan is de Jaartraining wellicht wat voor jou.
In September gaat de Basis Jaartraining weer van start. Wil je alvast meer info, of video’s en artikelen bekijken? Kijk hier op de pagina over Zijnsgeoriënteerd werken met verstorende emoties

Michaël